• Ik ben van de generatie Ignace van Swieten, Mario van der Ende en Dick Jol. Ik ben ook van de generatie hi-ha-hondenlul en niet mekkeren tegen de scheids. Natuurlijk, er gebeurde bij ons ook weleens wat, maar zoals het nu gaat, zo zout heb ik het nog niet gegeten. Neem het citaat uit deze brief, die ik kortgeleden ontving van het bestuur van de Haarlemse Scheidsrechtersvereniging; nota bene we hebben het hier over mensen die vrijwillig fluiten:

    ‘De amateurwedstrijd in de vijfde klasse tussen het eerste elftal van VINCI ’63 en Weteringdorp is gestaakt nadat de scheidsrechter werd belaagd door spelers en een kopstoot had gekregen. Bij de wedstrijd in de vierde klasse tussen FC Bayrakterspor 1 en V.V. Poldergasten 1 moest de scheidsrechter over de omheining springen om een veilig heenkomen te zoeken en uiteindelijk wist de politie hem uit zijn benarde positie (kleedlokaal) te bevrijden.’

    Korte lontjes, structureel wangedrag, maatschappelijke verharding, botsende (club) culturen, partijdige scheidsrechters, weinig sociale controle en een beperkte spelregelkennis… Wie na de dood van grensrechter Richard Nieuwenhuijsen dacht dat we flinke stappen vooruit hebben gemaakt in het voetbal, ziet het misschien wel te rooskleurig in. Er is in de afgelopen jaren weliswaar sprake van een daling van het aantal excessieve overtredingen, zo blijkt uit de VSK– monitor (Veilig Sport Klimaat), maar het voetbal is nog steeds zwanger van agressie. Met name in de kelder van het amateurvoetbal mogen we van geluk spreken, dat zaken nog niet meer uit de hand zijn gelopen.

    De brief uit Haarlem is exemplarisch voor de noodkreten uit het land. Daarin staat één boodschap centraal: ‘In het voetbal zijn wij zaken normaal gaan vinden, die nergens anders getolereerd worden. Er komen bij ons meer excessen voor, dan in welke sport ook. De grens is bereikt.’

    Een conclusie die overigens niet strookt met de cijfers van de KNVB Tuchtrechtspraak. Elk nieuw jaar zien wij in de officiële cijfers een daling van het aantal incidenten. Kennelijk gebeurt er dus van alles op de velden, waar geen melding van wordt gemaakt. Werkt dat misschien hetzelfde als bij een gestolen fiets? Je doet geen aangifte, omdat je denkt dat er toch niks aan wordt gedaan? Of is dit toe te schrijven aan schaamte, onwetendheid of angst voor nog meer ellende?

    Ik heb helaas de antwoorden niet op deze vragen. Wat ik wel weet, is dat de zorgen van scheidsrechters in alle geledingen van het voetbal zo groot zijn, dat het woord ‘staken’ al is gevallen. Overigens een middel waar ik niet in geloof, maar mochten we in een massastaking terechtkomen, zouden we raar opkijken. Het voetbal ligt dan plat: code rood.

    Evenwel doet de KNVB er alles aan om agressie op de voetbalvelden te stoppen. Clubs die problemen veroorzaken hebben we scherp in beeld en gaan met de KNVB in gesprek. Zien we geen verbetering, dan nemen we afscheid. Toch blijft het allemaal voetballen in hoog gras, wanneer spelers en het publiek hun houding naar de scheids niet 180 graden willen omgooien. Betekent? Geen discussies meer. Hij of zij leidt het spel. Jij niet.

    Respect graag.

    P.S. De namen van de voetbalclubs in dit stuk zijn verzonnen. De rest is jammer genoeg echt.